Dit is het derde artikel uit een reeks van zeven over technische analyse. Eerdere artikels gemist? Je kan ze hier lezen:
- Deel 1: Zoeken naar kansen in de beurskoers
- Deel 2: Trends en patronen identificeren in de koersgrafiek
In dit derde artikel duiken we in de voortschrijdende gemiddelden en hoe je deze kan gebruiken om meer zekerheid te vinden over de richting van de trend.
Voortschrijdende gemiddelden
Voortschrijdende gemiddelden, ook bekend als moving averages, zijn één van de meest gebruikte tools in de technische analyse. Ze helpen bij het identificeren en bevestigen van trends door de ‘ruis’ te verminderen en de prijsbewegingen van aandelen glad te strijken.
Een gemiddelde verloopt minder grillig dan de beurskoers zelf. Zie onderstaand voorbeeld van Sofina (weekgrafiek). De groene lijn is het 20-weeks gemiddelde. Dit is de gemiddelde koers van de laatste 20 weken.
In bovenstaande grafiek zie je dat de koers kan dalen terwijl het gemiddelde nog aan het stijgen is. Het omgekeerde kan ook.
Een gemiddelde past zich aan naar de tijdshorizon van de grafiek. Als we de maandgrafiek bekijken, dan zien we als het 20-maandgemiddelde.
Hoe langer de tijdshorizon, hoe trager de gemiddelden reageren op de wijzigingen in de beurskoers. Zo zal een gemiddelde op een maandgrafiek trager evolueren en minder grillig zijn dan een gemiddelde op een daggrafiek. Vergelijk maar eens het 20-maandgemiddelde op bovenstaande grafiek met het 20-daags gemiddelde op onderstaande grafiek.
Soorten gemiddelden
Er zijn twee soorten voortschrijdende gemiddelden: het eenvoudige (simple) voortschrijdende gemiddelde (SMA) en het exponentiële voortschrijdende gemiddelde (EMA).
- Het eenvoudige voortschrijdende gemiddelde (SMA) geeft gelijk gewicht aan alle slotkoersen in de berekeningsperiode.
- Het exponentiële voortschrijdende gemiddelde (EMA) geeft meer gewicht aan recente prijzen. Het reageert dus sneller op recente prijsveranderingen dan de SMA.
Er is geen “beste soort gemiddelde”. De EMA geeft een sneller signaal en is daardoor soms vroeger om een trendwijziging aan te geven. Anderzijds is er een grotere kans dat het signaal van een EMA te vroeg is en de trend nog niet is gewijzigd. Wil je er snel bij zijn, dan is de EMA meer geschikt. Wil je meer zekerheid, dan is de SMA beter geschikt.
Wat leren gemiddelden ons?
Een gemiddelde kan op meerdere manieren gebruikt worden om informatie uit een grafiek te halen. Volgende drie elementen van een gemiddelde kunnen ons iets bijleren over de koers:
- De afstand van de koers tot het gemiddelde
- De positie van de koers tegenover een gemiddelde
- De helling van een gemiddelde
Afstand van de koers tot het gemiddelde
Een koers zal meestal nooit ver gaan afwijken van een gemiddelde. Wanneer de afstand tussen koers en gemiddelde groter wordt, vergroot ook de kans op een correctie. Onderstaande grafiek illustreert dit mooi op een lange termijngrafiek van de AEX index. De index is een korf van de 25 grootste bedrijven op de Amsterdamse beurs, de Nederlandse variant van de Bel 20 index. De grafiek is een maandgrafiek (focus op lange termijn).
We zien dat wanneer de koers te sterk boven het gemiddelde stijgt, of onder het gemiddelde daalt, er vaak een corrigerende beweging (blauwe pijlen) is van de koers naar het gemiddelde toe.
Let op: Als je een gemiddelde neemt van een te korte periode, zal de koers er nooit ver van kunnen weglopen. Zie onderstaande maandgrafiek van ASML (het grootste bedrijf uit de AEX index). De groene lijn is het 20-maandgemiddelde, de blauwe lijn is het 5-maandgemiddelde.
De koers slaagt er niet in om ver weg te lopen van de blauwe lijn omdat het een gemiddelde is van een kortere periode aan beursdata. Neem dus voldoende grote gemiddelden!
Let op: Soms is een grote afstand tussen koers en gemiddelde te verantwoorden. Als het bedrijf naar buiten komt met zeer goed nieuws, kan de koers als een raket de lucht in schieten. De gemiddelden zullen dit op een trager tempo volgen, maar vroeg of laat zal de koers er zeker naar terugkeren.
Neem hiervoor onderstaand voorbeeld van Lightwave Logic. Het bedrijf kondigt eind mei 2022 aan dat ze zullen beginnen met commercialiseren (wat ze voorheen niet deden). De koers schiet als een raket de hoogte in en zorgt voor een grote kloof tussen de koers en het 20-maandgemiddelde.
Daarna volgen nog verschillende maanden met grote volatiliteit, maar na acht maanden tikt de koers toch het 20-maandgemiddelde opnieuw aan. Koersen gaan nu eenmaal nooit in één rechte beweging omhoog.
De positie van de koers tegenover een gemiddelde
Een tweede manier hoe we een gemiddelde kunnen gebruiken is door te kijken waar de koers zich hier tegenover bevindt. Is de koers boven of onder het gemiddelde?
Wanneer een koers boven een gemiddelde loopt, dan is de koers in een uptrend. Wanneer de koers eronder loopt, dan is de koers in een downtrend. Let op: Zoals steeds is het gekozen tijdsinterval en gemiddelde heel belangrijk. Laten we de AEX index er nog eens bij nemen. Dit is de maandgrafiek (lange termijn) met een 20-maandgemiddelde. Wat gebeurt er (meestal) wanneer de koers door het gemiddelde gaat?
Wanneer de koers boven het 20-maandgemiddelde breekt, wordt er vaak een lange termijn uptrend ingezet. Omgekeerd geldt deze redenering ook: wanneer de koers onder het 20-maandgemiddelde breekt, wordt er vaak een lange termijn downtrend ingezet. Hier spreken we over lange termijn trends omdat we kijken naar maandgrafieken.
Hoe langer de termijn van het gemiddelde dat je gebruikt, hoe later het signaal van trendwijziging zal komen. Neem bijvoorbeeld dezelfde grafiek, maar met een 50-maandgemiddelde, dan krijgen we onderstaand resultaat. De oranje cirkels zijn de kruispunten van de koers met de MA20, de blauwe cirkels zijn de kruispunten van de koers met de MA50.
We zien 13 oranje cirkels en 5 blauwe cirkels. Hoe langer de periode van het gemiddelde, hoe trager het signaal. Je ziet mooi dat het blauwe signaal altijd een stukje later komt dan het oranje signaal dat ervoor komt.
Een kortere periode gebruiken voor een gemiddelde is interessant om een sneller signaal te krijgen. Een langere periode als gemiddelde geeft meer zekerheid. Er is geen beste keuze. Rond juli 2012 overlappen een blauwe en oranje cirkel elkaar. Op dit moment gaven beide gemiddelden een koopsignaal, wat vaak een goed koopmoment is.
De helling van een gemiddelde
Een derde manier hoe je een gemiddelde kan gebruiken is door te kijken naar de helling ervan. Dit is een iets tragere variant dan het kruisen van een koers door een gemiddelde. Nemen we opnieuw een langetermijn voorbeeld uit Nederland, dit keer passen we het toe op Shell, de olie-en gasreus. Hieronder is de maandgrafiek van 1998 tot op vandaag met een 20-maandgemiddelde.
Wanneer het gemiddelde stijgt, wordt die groen gekleurd. Wanneer een gemiddelde daalt, wordt die rood gekleurd. Wat zie je?
- Wanneer het gemiddelde rood wordt, m.a.w. het gaat van een stijging naar een daling, dan daalt de koers meestal nog voor een langere periode.
- Wanneer het gemiddelde groen wordt, m.a.w. het gaat van een daling naar een stijging, dan stijgt de koers meestal nog voor een langere periode.
Meerdere gemiddelden combineren
Eén gemiddelde kan ons veel informatie geven, maar meerdere gemiddelden gecombineerd kunnen ons nog meer informatie geven. Het is altijd aangewezen om minstens 2 verschillende gemiddelden te gebruiken. Hiervoor neem je één gemiddelde dat naar een kortere periode kijkt (bvb. 20 perioden) en één gemiddelde dat naar een langere periode kijkt (bvb. 50 perioden).
Het gemiddelde met de kortere periode kan je als een waakhond zien: Hij zal snel reageren als er iets gebeurt, maar zal ook valse signalen geven zoals een waakhond die blaft naar de postbode.
Het gemiddelde met de langere periode kan je als je alarmsysteem zien. Het reageert iets trager (bvb. wanneer inbrekers al binnen zijn), maar wanneer het afgaat heb je een grotere zekerheid dat er iets aan de hand is.
Wanneer je eerst je waakhond hoort en daarna gaat het alarm af, dan moet je op je hoede zijn. Ook wanneer het over de beurs gaat.
Golden cross & death cross
Een vaak gebruikte term is een cross. Hier gaat het over de gemiddelden die elkaar kruisen.
- Wanneer het korte termijn gemiddelde kruist door het lange termijn gemiddelde naar boven, wordt dit een golden cross genoemd.
- Wanneer het korte termijn gemiddelde kruist door het lange termijn gemiddelde naar beneden, wordt dit een death cross genoemd.
Golden crosses zijn vaak interessante koopmomenten terwijl death crosses vaak interessante verkoopmomenten zijn.
Zie hieronder het voorbeeld van ASM International N.V., een Nederlandse chipsproducent. De golden crosses zijn aangeduid met oranje cirkels, de death crosses zijn aangeduid met rode cirkels. Het gaat om een weekgrafiek. De groene lijn is het 20-weekgemiddelde en de blauwe lijn is het 50-weekgemiddelde.
Let op: Op maandgrafieken moet je soms zeer lang wachten op een cross en vaak is dit signaal dan ook te laat. Als je zoekt naar crosses voor de langere termijn is de weekgrafiek vaak beter geschikt.
Welke gemiddelden gebruiken?
Een veelgestelde vraag is welke gemiddelden er het best worden gebruikt. Je zal online veel verschillende grafieken zien die soms alles door elkaar gebruiken. Het hangt een beetje af van persoonlijke voorkeur.
Enerzijds kan je kiezen tussen een normaal voortschrijdend gemiddelde (MA) of een exponentieel voortschrijdend gemiddelde (SMA). Anderzijds kan je ook nog kiezen over welke perioden de gemiddelden berekend worden. Veel gebruikte perioden zijn 7, 12, 20, 25, 50, 100, 200.
Zelf gebruiken we meestal de normaal voortschrijdende gemiddelden (SMA). De exponentiële leveren een sneller signaal, maar zijn vaker mis. We hebben liever een kleiner aantal signalen, maar met een grotere zekerheid. We wijken hiervan af als het exponentieel gemiddelde duidelijk een dominant gemiddelde is. Een dominant gemiddelde is een gemiddelde dat duidelijk meer raakpunten heeft met de koers in vergelijking met andere gemiddelden. De koers slaagt er ook niet in om boven of onder dit gemiddelde te breken.
Twijfel je welk gemiddelde te nemen? Gebruik het gemiddelde dat het meeste raakvlakken heeft met de koers en waar de koers het meest moeite heeft om erdoor te breken.
Wij gebruiken doorgaans drie perioden. Zo gebruiken we een korte termijn gemiddelde dat snel reageert (20 perioden), een lange termijn gemiddelde dat traag reageert (200 perioden) en een gemiddelde er tussen in (50 perioden).
Waarom ook een zeer lang gemiddelde nemen met 200 perioden? Deze is heel belangrijk! In een opwaartse trend, wordt het 200-weekgemiddelde vaak terug bezocht door de koers. Laten we onderstaand voorbeeld van BE Semiconductor Industries of BESI bekijken. De koers is tot 4 keer naar het 200-weekgemiddelde gegaan. Dit is normaal gedrag in een opwaartse trend en kan een interessant koopmoment zijn, zeker wanneer de koers opnieuw boven het gemiddelde gaat. Op moment van publicatie loopt de koers ver voor op dit gemiddelde. Hierdoor lijkt het ons momenteel riskant om aan deze koers te kopen.
Een tweede voordeel van het 200-weekgemiddelde is dat het ook berenmarkten kan helpen identificeren. We nemen opnieuw BESI als voorbeeld, maar nu voor en tijdens de financiële crisis. Wanneer de koers onder de 200 MA gaat in augustus 2007, zit het aandeel in een duidelijke neerwaartse trend. Daarna daalde het nog 70%.
Merk op dat de koers in september 2011 kort crashte en net het 200-weekgemiddelde aanraakte. Wie daar een kooporder had ingelegd, had het beste koopmoment van de komende 12 jaren te pakken. Als je dit soort kansen kan verzilveren, doet dit wonderen voor uw rendement op de lange termijn.
Dit was het derde deel uit onze reeks over technische analyse. Dit zijn de andere delen van de reeks:
- Deel 1: Zoeken naar kansen in de beurskoers
- Deel 2: Trends en patronen identificeren in de koersgrafiek
- Deel 4: Momentum bepalen via indicatoren
- Deel 5: Alles samen toepassen: patronen, trends, bevestiging & momentum
- Deel 6: Technische analyse light: quick scan
- Deel 7: Hét boek om je verder te verdiepen in de praktische toepassing van technische analyse