Als je geïnteresseerd bent in het investeren in de aandelenmarkt, heb je wellicht al gehoord van fundamentele analyse. Deze methode stelt beleggers in staat om op basis van de onderliggende financiële en economische factoren een bedrijf te waarderen.
Dit artikel gaat in op fundamentele analyse en bespreekt belangrijke maatstaven die door beleggers worden gebruikt, zoals de earnings per share (EPS), de P/E ratio, de P/B ratio, EV/EBITDA en tal van andere. Als deze indicatoren je niets zeggen, don’t worry. We leggen het uit verder in de blog!
In dit artikel geven we het theoretisch kader: welke methoden en indicatoren kan je gebruiken en hoe ze te interpreteren. In een volgende blog passen we alles praktisch toe op Inditex, de moederholding van o.a. Zara & Massimo Dutti.
Fundamentele Analyse?
In een eerder artikel beschreven we in grote lijnen wat fundamentele analyse inhoudt. Een korte recap:
Fundamentele analyse evalueert aandelen door te proberen hun intrinsieke waarde te meten (= wat is het bedrijf echt waard). Fundamentele analisten bestuderen alles: de algemene economie, de omstandigheden in de sector, de financiële draagkracht van de onderneming, de kwaliteit van het management, etc. Winst, kosten, activa en passiva worden allemaal onder de loep genomen door fundamentele analisten.
En verder ook nog:
De grootste uitdaging van een fundamenteel analist is dus het bepalen van de intrinsieke waarde van een aandeel. Die zal meestal wijzigen over tijd wat de oefening nog complexer maakt. Het is geen exacte wetenschap, want elke analist heeft zijn eigen voorkeursmethodes of zal andere aannames maken.
Fundamentele analyse evalueert aandelen door te proberen hun intrinsieke waarde te meten (= wat is het bedrijf echt waard). Fundamentele analisten bestuderen alles: de algemene economie, de omstandigheden in de sector, de financiële draagkracht van de onderneming, de kwaliteit van het management, etc. Winst, kosten, activa en passiva worden allemaal onder de loep genomen door fundamentele analisten.
Is dit volledig nieuw voor je? Dan is het eerder vermelde artikel een aanrader voor je. Indien niet, lees maar verder!
Ervaren beleggers die aan fundamentele analyse denken, denken meteen aan Benjamin Graham. Benjamin Graham staat bekend als de ‘Godfather of Value Investing’ en wordt gezien als één van de eerste die fundamentele analyse gebruikte als onderdeel van een beleggingsstrategie. Hij was een Amerikaanse econoom en vermogensbeheerder en staat bij velen gekend als de mentor van Warren Buffett.
Zijn boek ‘De intelligente belegger’ wordt beschouwd als de bijbel van het waardebeleggen en wordt door Warren Buffet omschreven als
by far the best book on investing ever written
Als Warren iets zegt, dan luisteren wij. Het boek is inhoudelijk een aanrader voor iedereen die zich wil verdiepen in beleggen. Het is begrijpelijk voor iedereen, ongeacht uw voorkennis, maar het leest niet altijd even vlot. Je zou het bijna kunnen beschouwen als een soort van studieboek. Het vergt wat werk om erdoor te geraken.
Hoe fundamentele analyse toepassen?
Er zijn veel technieken die worden toegepast binnen de fundamentele analyse. We delen het vakgebied van fundamentele analyse op in drie luiken:
-
SWOT-Analyse
-
Cash flow analyse
-
Peer multiples analyse
SWOT-analyse
SWOT staat voor Strenght (sterktes), Weaknesses (zwaktes), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen).
Analisten gaan alle facetten van een bedrijf gaan doorlichten en daarbij indelen in één van bovenstaande kwadranten.
Zaken die ze hierbij gaan onderzoeken zijn bijvoorbeeld:
-
Hoe staat de sector ervoor waarin de onderneming actief is? Is deze aan het groeien?
-
Wat is de concurrentiële positie van onderneming in de sector?
-
Wat zijn de groeiopportuniteiten van de onderneming? (bvb. Naar andere sectoren, landen, type klanten)
-
Heeft de onderneming een bepaalde eigenschap wat hen uniek maakt? Iets wat de concurrentie niet meteen kan nabootsen?
-
Wat is de kwaliteit van het management? Zijn ze ervaren? Hebben ze de juiste competenties? Zijn ze integer?
-
Hoe duurzaam is het bedrijfsmodel?
-
Wat zijn de bedrijfsrisico’s? Zijn er bvb opkomende concurrenten die een beter product ontwikkelen?
-
Hoe zal de winstgevendheid van de onderneming veranderen?
-
Kan de onderneming voldoende personeel aantrekken of aan boord houden om haar groei te realiseren?
-
…
Zoals je kan zien, kan dit heel breed gaan. Wanneer je over potentiële beleggingen leest, gaat het meestal over de linkerkant, de positieve elementen. De rechterkant, de negatieve elementen, is echter het belangrijkst. Wanneer je een goed beeld krijgt van de negatieve kant, kan je beter de risico’s inschatten en ga je voorzichtiger te werk.
Het belang van een goede SWOT analyse is om na te gaan waarom net dit bedrijf het goed zal doen. Zijn er te veel bedreigingen of zwaktes? Dan laten we het bedrijf misschien beter links liggen.
Cash flow analyse
Cash flow is een enorm belangrijk begrip in de financiële wereld. Cash flow is de hoeveelheid geld dat in- en uitstroomt bij een bedrijf. Het geeft aan hoeveel contant geld een bedrijf ter beschikking heeft om haar dagelijkse activiteiten te financieren en om te investeren in verdere groei.
Bedrijven met een negatieve cash flow hebben meer uitstroom van geld dan er binnenkomt. Dit staat ook gekend als een cash drain. Als deze situatie te lang aanhoudt, zal de onderneming nieuwe middelen moeten zoeken door bvb nieuwe schulden aan te gaan of nieuwe aandelen uit te geven. Beiden zijn in meeste gevallen niet wenselijk voor de aandeelhouders.
Sommige onderneming hebben door hun bedrijfsmodel makkelijker toegang tot cash dan anderen. Twee voorbeelden:
-
Supermarkten Betaal je aan de kassa van de Colruyt met een lening? Nee, Colruyt krijgt meteen cash op de rekening bij een verkoop terwijl ze zelf een maand mogen wachten om te betalen aan de eigen leveranciers. Supermarkten staan erom gekend cashrijk bedrijven te zijn.
-
Constructiebedrijven Bedrijven die een product verkopen dat een lange bouwtijd heeft, worden vaak op het eind van de rit betaald. Denk aan Airbus (vliegtuigen), CNHi (tractoren) of vastgoed. Het is mogelijk dat de klanten een voorschot betalen, al dan niet in schijven, maar doorgaans moet er eerst gebouwd en geleverd worden voordat de klant betaalt. Tot het moment van betaling moet de onderneming zijn eigen werkmiddelen financieren.
Er zijn verschillende types en berekeningen van cash flow. In dit artikel houden we het beknopt en bespreken we enkel de vrije kasstroom (Free cash flow). Free cash flow is een belangrijk begrip. Dit is de cash waarmee de onderneming vrij is om te doen wat ze wil. Denk hierbij aan het uitkeren van dividend of het inkopen van eigen aandelen, net wat aandeelhouders willen!
Het berekenen of voorspellen van cash flows van ondernemingen is wat veel financiële analisten dagelijks uitvoeren. Dit is een vak op zichzelf en kan je enkel goed begrijpen door het nodige studiewerk. Laat je niet afschrikken door onderstaande formule.
Financiële analisten gaan op basis van de balans, resultatenrekeningen en hun verwachtingen over de toekomst voorspellingen gaan maken over de vrije kasstroom van de komende jaren. Als die stijgt, kan dat erop wijzen dat de onderneming groeit en/of efficiënter wordt.
De cash flows worden voor een aantal jaren voorspeld en dan wordt de waarde ervan verdisconteerd naar vandaag. Geld heeft namelijk ook een tijdswaarde. € 1000 op vandaag is namelijk meer waard dan € 1000 binnen 5 jaar door inflatie en een opportuniteitskost (je had dat geld 5 jaar kunnen beleggen). Als we spreken over verdiscontering bedoelen we het terugrekenen van een toekomstige waarde naar vandaag: hoeveel is die € 1000 binnen 5 jaar waard op vandaag? Gelukkig zijn hiervoor hulpmiddelen zoals de calculator op onderstaande afbeelding.
Laat je niet afschrikken door deze materie. Dit is voornamelijk voor de financiële analisten en zij die zeer diepin de cijfers duiken. Wanneer ze een zicht krijgen op de huidige waarde van toekomstige cash flows kunnen ze een correcte waarde van de aandelen inschatten.
Wanneer de huidige koers lager is dan hun waardering dan vinden ze dat de aandelen ondergewaardeerd zijn en zullen zij deze kopen.
Wanneer de huidige koers hoger is dan hun waardering dan vinden ze dat de aandelen overgewaardeerd zijn en zullen zij deze verkopen als ze de aandelen bezitten.
In een volgend artikel geven we hierover een uitgewerkt voorbeeld zodat je meteen een praktisch voorbeeld te zien krijgt!
Peer multiples analyse
Een peer multiples analyse vergt ook wat rekenwerk, maar kan je zelf vrij gemakkelijk opstellen als je een beetje je plan kan trekken met Excel.
Een multiple is een ratio (breuk) dat twee gegevens van een onderneming elkaar vergelijkt. De bekendste is waarschijnlijk de price earnings ratio, ook gekend als de koers-winstverhouding of P/E ratio.
Peer komt van de ‘peer group’. Een peer group is een groep van gelijkaardige entiteiten. Als we de peer groep samenstellen van Volkswagen, dan zoeken we naar bedrijven die in dezelfde business actief zijn, even groot zijn en liefst zoveel mogelijk kenmerken delen met Volkswagen. Een voorbeeld van een peer group van 6 zou kunnen zijn: Toyota, Mercedes-Benz Group, Stellantis (Groep van o.a. Peugeot, Jeep, Opel, Citroën, etc.), Ford Motor Company, BMW, Honda.
Bij een peer multiple analyse gaan we dus onderzoeken, met behulp van de multiples, hoe duur of goedkoop een bedrijf noteert ten opzichte van zijn dichte concurrenten.
Als het bedrijf ondergewaardeerd is ten opzichte van de concurrentie dan is het interessant om deze te kopen en omgekeerd.
In de volgende blog gaan we zo’n oefening uitwerken. Eerst geven we nog een overzicht van de meest courante ratio’s en hoe ze te interpreteren. Let op: bij het analyseren van een onderneming is het altijd belangrijk om de ratio’s te vergelijken met gelijkaardige bedrijven die actief zijn in dezelfde sector!
Price-to-earnings ratio of P/E ratio of koers-winstverhouding of K/W ratio
De P/E ratio geeft de verhouding weer tussen de aandelenkoers (price) en de winst per aandeel (Earnings per share).
De P/E ratio helpt beleggers om de relatieve waardering van een bedrijf te begrijpen. Een hogere P/E ratio wil zeggen dat beleggers bereid zijn om meer te betalen voor een stuk van de winst. Laten we een voorbeeld nemen. Welke onderneming lijkt het duurst?
Bij bedrijf A is de PE ratio 10 (koers €50 gedeeld door winst €5).
-
Dat betekent dat investeerders bereid zijn €10 te betalen voor elke euro die het bedrijf verdient.
-
Dat betekent ook dat investeerders bereid zijn om 10 jaar te wachten tot hun investering wordt terugbetaald (Ervan uit gaande dat er geen groei is).
Bij bedrijf B is de PE ratio 25 (koers €25 gedeeld door winst €1). Beleggers zijn bereid hier bereid om €25 te betalen voor elke €1 winst dat het bedrijf maakt. Bedrijf B is in vergelijking met bedrijf A duurder genoteerd. Dit kan terecht zijn als er zeer grote groeiverwachtingen zijn bij bedrijf B dat bedrijf A niet heeft. Maar in dit eenvoudig voorbeeld gaan we hier niet dieper op in.
Bedrijf C maakt verlies en heeft een negatieve winst per aandeel. Wanneer je een negatieve PE ratio ziet of er wordt geen weergegeven, mag je ervan uit gaan dat de onderneming verlies heeft gemaakt.
Let op: De ratio op zichzelf kan misleidend zijn. Als de onderneming net een uitzonderlijke grote verkoop heeft gerealiseerd zal zijn winst uitzonderlijk hoog zijn. Dan zal de ratio overdreven uitschieten naar beneden. Het kan ook zijn dat de onderneming net een zeer grote kost heeft gemaakt waardoor de winst uitzonderlijk laag is, dan zal de ratio overdreven uitschieten naar boven toe. Het is daarom steeds interessant om de ratio te bekijken overheen verschillende jaren en te bekijken hoe hij evolueert.
PEG ratio of Price/earnings to growth of koers/winst/groei-verhouding
De PEG ratio evalueert de prijs van een aandeel in relatie tot de verwachte groei van de winst.
De PEG ratio wordt berekend door de P/E ratio te delen door de verwachte winstgroei. Een PEG ratio van minder dan 1 wordt als ondergewaardeerd beschouwd. Een PEG ratio hoger dan 1,5 wordt al als overgewaardeerd beschouwd. We nemen er opnieuw ons voorbeeld bij.
We hebben er bedrijf D aan toegevoegd. Bedrijf D en bedrijf B hebben dezelfde koers en maken evenveel winst, een logisch gevolg is dat de PE ratio ook even hoog is. Omdat bedrijf D een lagere verwachte winstgroei heeft is zijn PEG ratio hoger. Als we enkel deze informatie hebben, dan mogen we concluderen dat bedrijf B interessanter geprijsd is dan bedrijf D, je kan namelijk aan dezelfde PE ratio een hogere verwachte winstgroei kopen.
Bedrijf A is op z’n beurt ook weer interessanter dan bedrijf B. Bedrijf A groeit dan wel trager, maar het staat veel goedkoper genoteerd (lagere PE). Dit wordt duidelijk zichtbaar in de lagere PEG ratio (0,67).
Een PEG ratio is niet interessant om te gebruiken bij bedrijven die voorheen nog geen winst maken.
Price-to-book ratio of P/B ratio of koers-boekwaarde of K/B ratio
De P/B ratio geeft de verhouding aan tussen de koers en de boekwaarde per aandeel.
De boekwaarde zijn alle bezittingen van een onderneming na aftrek van de schulden. Dit is informatie die we uit de balans kunnen halen. Nemen we er opnieuw een voorbeeld bij. In dit voorbeeld zijn er drie bedrijven met dezelfde balans:
De balans van bovenstaand bedrijf geef aan dat €6.000.000 aan activa zijn. Hiervan trekken we de schulden af (-€2.500.000). Er is in dit geval nog €3.500.000 euro over, dit is de boekwaarde. Stel dat we op vandaag de onderneming zouden stopzetten en alles verkopen, dan kunnen we €3.500.000 uitkeren aan de aandeelhouders.
Bovenstaande bedrijven hebben elk een verschillend aantal aandelen. Dat maakt vergelijken op het eerste gezicht moeilijk. Daarom berekenen we eerst de boekwaarde per aandeel. In het geval bedrijf A is dit €35 (Boekwaarde €3.500.000 delen door 100.000 aandelen). De koers van bedrijf A is €25, dit is lager dan de boekwaarde en dus is de koers-boekwaarde kleiner dan 1 (€25 gedeeld door €35).
Dit is als belegger zeer interessant want als deze situatie zich zou voordoen, zou je in principe alle aandelen kunnen kopen voor €2.500.000 (Koers €25 x 100.000 aandelen) om daarna het gebouw te verkopen, de schulden af te betalen en uiteindelijk de resterende boekwaarde van €3.500.000 uit te keren aan jezelf als enige aandeelhouder. Dat zou zomaar een rendement zijn van 40%!
We gaan er in dit voorbeeld eenvoudig vanuit dat we het gebouw kunnen verkopen aan €5.000.000, dat er geen kosten zijn aan dit proces en dat de aandelenprijs stabiel blijft wanneer je ze allemaal gaat opkopen… In de praktijk zal dat nooit zo gebeuren, maar het punt is wel duidelijk: je kan vandaag bedrijf A goedkoper kopen dan de boekwaarde van al haar bezittingen.
Over het algemeen wordt aangenomen dat bedrijven met een P/B ratio lager dan 1 goedkoop zijn, maar let op: bij zeer lage boekwaardes is het mogelijk dat er iets vreemds aan de hand is op de balans. Zo kunnen assets veel te duur gewaardeerd zijn op een balans. Dat kan de boekwaarde vertekenen. Ga bij lage P/B ratio’s zeker goed de balans gaan uitpluizen.
De ratio kan gebruikt worden om ondergewaardeerde bedrijven te vinden. Een lagere koers/boekwaarde wordt ook vaak gezien als veiligheidsmarge voor bedrijven die veel fysieke assets hebben (bvb. Winkels of schepen).
Een koers/boekwaarde boven 1 betekent niet per se dat het bedrijf overgewaardeerd is. Wanneer de koers/boekwaarde groter is dan 3 à 4 is voorzichtigheid aangewezen en onderzoek je best hoe het komt dat de ratio zo hoog is. Het is perfect mogelijk dat de onderneming met weinig assets (= lage boekwaarde) veel winst kan genereren. In zo’n geval kan een hogere koers/boekwaarde zeker te verantwoorden zijn.
Debt-to-equity ratio of D/E ratio of Schulden/Eigen vermogen ratio
De D/E ratio geeft de verhouding weer tussen het vreemd vermogen (schulden) en het eigen vermogen of het kapitaal van een bedrijf.
Een hogere Debt-to-equity ratio geeft aan dat een bedrijf meer afhankelijk is van schuldfinanciering in plaats van eigen vermogen om zijn activiteiten te financieren. Hoewel schuldfinanciering kan zorgen hogere rendementen voor aandeelhouders, brengt het ook hogere risico’s met zich mee. De onderneming zal namelijk meer schulden moeten aflossen en interesten betalen.
In een gunstig economisch klimaat kan een hogere D/E ratio te verantwoorden zijn om meer rendement te generen voor de aandeelhouders. Wanneer een onderneming moeite heeft om rendabel te zijn, kan een hogere ratio D/E net werken als molensteen rond de nek van de onderneming. De hogere aflossingen en interestbetalingen wegen dan meer door op het resultaat en zorgen voor slechtere resultaten.
Een Debt-to-equity ratio van 1 geeft aan dat het bedrijf evenveel schuld als eigen vermogen heeft. Over het algemeen wordt een D/E ratio tot 1,5 als goed beschouwd. Een ratio hoger dan 2,5 wijst op extra risico’s financieringsrisico’s.
EV/EBITDA of ondernemingswaarde / EBITDA
EV/EBITDA is een ratio dat vaak wordt toegepast om de waarde van een bedrijf te beoordelen. We lichten eerst even de twee delen van de ratio toe:
-
EV = Enterprise Value (ondernemingswaarde). Dit is wat de onderneming waard is (zonder rekening te houden met hoe de onderneming werd gefinancierd.)
-
EBITDA = Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization (winst voor aftrek van interest, belastingen, waardeverminderingen en afschrijvingen). EBITDA is een belangrijke boekhoudkundige term die vaak wordt gebruikt als een benadering van de cash flow van de onderneming.
We delen dus de ondernemingswaarde door haar jaarlijkse cash flow (of een benadering ervan). Deze ratio houdt rekening met de hoeveelheid schulden een onderneming heeft, in tegenstelling tot de P/E ratio. Dit is nuttig bij het vergelijken van bedrijven met verschillende schuldgraden (debt/equity ratio) en bij het bepalen van de relatieve waardering van bedrijven in dezelfde sector.
Een lage EV/EBITDA kan wijzen op een onderwaardering. Een ratio onder 10 wordt over het algemeen als gezond beschouwd. Hoe hoger de ratio, hoe duurder de onderneming is in termen van haar mogelijkheid om cash flow te genereren. Deze indicator kan logischerwijze niet gebruik worden als er geen kasstromen worden gegenereerd.
Current ratio
Dit is een liquiditeitsratio. De current ratio meet of een onderneming kan voldoen aan haar kortetermijnverplichtingen (bvb. Betalen van leveranciers) met haar beschikbare korte termijn activa (bvb. Geld op de rekening).
Het wordt berekend door de korte termijn activa te delen door de kortetermijnverplichtingen.
Nemen we er opnieuw een voorbeeld bij. Hieronder zie je drie balansen.
Bedrijf A heeft dubbel zoveel cash als korte termijn verplichtingen, de current ratio is 2. Dit bedrijf kan dus meteen haar korte termijn verplichtingen betalen en heeft dan nog cash op reserve!
Bedrijf B heeft net voldoende cash om haar schulden op korte termijn te betalen. Als ze verplicht worden om haar schulden af te lossen dan lukt dit, maar daarna heeft het bedrijf geen reserve meer. De current ratio is 1.
Bedrijf C staat er het slechts voor op vlak van liquiditeit. Ze heeft meer schulden op korte termijn dan activa op korte termijn. Als ze morgen haar korte termijn schulden moet betalen dan kan het bedrijf dit niet! In het slechtste geval zou de onderneming zelfs haar gebouw moeten verkopen om de korte termijn schulden te betalen. De current ratio van dit bedrijf is 0,5.
We zien duidelijk in het voorbeeld dat een current ratio onder 1 een ongezonde situatie is. Hoe hoger, hoe meer marge voor de onderneming. Echter mag de ratio ook niet te hoog zijn in vergelijking met de sector. Een te hoge ratio zou willen zeggen dat de onderneming veel cash heeft die ze niet efficiënt gebruikt. Idealiter is de ratio tussen 1,5 à 3, afhankelijk van het sectorgemiddelde.
Dividend yield of dividendrendement
Een dividend is een deel van de winst dat de onderneming uitkeert aan haar aandeelhouders. Het dividendrendement geeft aan hoeveel dividend een bedrijf uitkeert in verhouding tot de huidige aandelenkoers.
Wanneer men spreekt over een dividendrendement, gaat het meestal over het bruto rendement. In de meeste landen wordt er belasting geheven op inkomsten uit dividenden. Wat je overhoudt na belasting is dan je netto rendement. Nemen we een recent voorbeeld van Exmar NV hieronder.
De koers van Exmar op 2 november 2022 was €10,04. Het bruto rendement was 9,46% (€0,95 dividend gedeeld door de koers van €10,04). Het netto rendement was 6,62% (€0,665 / €10,04). Hoeveel er wordt ingehouden is afhankelijk van waar u woont (BE: 30%, NL: 15%), maar hangt ook af van het land waar de aandelen noteren op de beurs. Een meer gedetailleerd artikel over fiscaliteit rond dividenden staat nog op onze to do lijst in de nabije toekomst!
Een hoog dividendrendement klinkt natuurlijk fantastisch, maar wat belangrijker is, is de consistentie van het dividend en de mate waarin het groeit. Beleggers geven de voorkeur aan bedrijven die jaar na jaar consistent dividend betalen en er ook in slagen om het dividend telkens wat te doen groeien. Dat is belangrijker dan een eenmalig hoog dividend om daarna geen meer uit te keren.
Sommige beleggers hebben liever geen dividend. Deze beleggers hebben liever dat de onderneming het geld gebruikt om verder te groeien. Via deze manier kunnen de aandelen meer waard worden, zonder dat er roerende voorheffing moet betaald worden op dividenden. Afhankelijk van welke strategie u als belegger volgt, kan u dus wijzigende voorkeuren hebben.
Indicatoren samengevat
Naast bovenstaande indicatoren zijn er nog vele anderen. We hebben er enkele aan bod laten komen die vaak gebruikt worden die we gemakkelijk kunnen toepassen.
Drie belangrijke bedenkingen bij het gebruik van indicatoren:
-
De indicatoren kunnen toegepast worden op een enkel bedrijf, maar dit zal je geen volledig beeld geven. Het is altijd aangewezen om verschillende bedrijven uit dezelfde sector te vergelijken aan de hand van dezelfde indicatoren. Zo kan je zien binnen de sector welk bedrijf er op dat moment het goedkoopst is.
-
Een indicator is een momentopname! Dat moment kan (positief of negatief) vertekend zijn door recente gebeurtenissen. Kijk daarom zeker naar de evolutie van een indicator overheen verschillende jaren. Dat is even belangrijk als de hoogte ervan.
-
Van indicatoren worden er soms twee varianten gegeven. De ene variant kijkt achteruit, deze gebruikt de effectieve cijfers van de onderneming. De andere variant kijkt vooruit en is dus op basis van inschattingen. Bvb.
-
Terugkijken gebruikt men LTM PE (Last Twelve Months) of TTM PE (Trailing Twelve Months)
-
Vooruitkijken gebruikt men NTM PE (Next Twelve Months) of Forward PE
In bovenstaand voorbeeld zien we een groot verschil tussen de Trailing PE en de forward PE. De forward PE is altijd met een korrel zout te nemen aangezien dit het gemiddelde is van inschattingen van verschillende analisten. Vooruit kijken is nu eenmaal moeilijker dan achteruit kijken.
Als deze analisten gelijk krijgen, wil dat zeggen dat ofwel de koers sterk moet dalen, of de winst enorm moet stijgen of een combinatie van beiden. Hoe dan ook lijkt Nvidia aan huidige prijzen veel te duur om in portefeuille te houden. Een topbedrijf, dat zeker, maar veel te duur.