Vijf stappen om uw kapitaal te beschermen
Sinds de publicatie van ons vorige artikel ontvingen we veel vragen over hoe je je kan beschermen tegen een beurscorrectie of -crash.
U vraagt, wij schrijven.
In dit artikel halen we vijf methodes aan hoe u uw neerwaarts risico op de beurs kan beperken. Kennis die eigenlijk elke belegger moet hebben. Als laatste geef ik nog mee hoe ik deze methodes zelf toepas.
Voor alle duidelijkheid: We zeggen niet dat er een crash of correctie komt. We zeggen wel dat die mogelijkheid er zeker is. Die mogelijkheid is er per definitie altijd, alleen zijn de kansen nu groter door de redenen aangehaald in ‘This time its’s different’.
Onderwerpen in dit artikel:
- Beperk de hoeveelheid van uw vermogen dat u investeert op de beurs
- Hou steeds cash achter de hand op uw beleggingsrekening
- Investeer een deel van uw vermogen in goud
- Investeer een deel van uw vermogen in obligaties
- Speculeren op een dalende koers (shorten)
- Hoe pas ik het zelf toe?
1. Beperk de hoeveelheid van uw vermogen dat u investeert op de beurs
Onder de noemer beurs rekenen we niet enkel de portefeuille(s) die u zelf beheert maar ook eventuele andere fondsen (bvb. Pensioenfonds). Alles wat onderhevig is aan de soms beweeglijke grillen van de beurs valt hieronder.
Maak voor uzelf de rekening: Hoeveel procent van uw totale vermogen is geïnvesteerd via de beurs?
Stel, een stevige crash doet zich voor en uw portefeuille wordt gehalveerd (-50%).
- Wanneer u veel risico hebt genomen en bvb. 80% van uw vermogen hebt geïnvesteerd op de beurs zal u 40% van uw totale vermogen verliezen.
- Wanneer u weinig risico hebt genomen en bvb. 10% van uw vermogen hebt geïnvesteerd op de beurs zal u 5% van uw totale vermogen verliezen.
Hoe meer u belegt op de beurs, hoe groter de potentiële winsten… Maar u neemt dan logischerwijs ook meer risico.
Een eerste afweging die u moet maken is hoeveel van uw kapitaal u gaat toewijzen aan de beurs. Investeer dus ook enkel het gedeelte van uw inkomen dat u kan missen!
2. Hou steeds cash achter de hand op uw beleggingsrekening
Het is bij veel beleggers de gewoonte om meteen aandelen te kopen van zodra ze geld beschikbaar hebben op hun beleggingsrekening. Het aanhouden van cash wordt gepercipieerd als ‘verloren geld’. Een vaak terugkomende leuze is “cash is trash”. Dit zegt men omdat cash elk jaar aan waarde verliest dankzij inflatie.
Hoewel de redenering over de waardevermindering klopt, maakt dit het helemaal geen trash. Door cash achter de hand te houden, kan u aandelen kopen wanneer of nadat de beurs goedkoper is geworden. Jaarlijks zijn er fluctuaties op de beurs, die kans komt dus vroeg of laat voorbij. In het geval van een stevige correctie of echte crash, zal u wensen dat u nog meer cash beschikbaar had. In deze periodes zal je eerder de leuze ‘cash is king’ horen, iedereen wil het dan.
Daarnaast werkt het aanhouden van cash als een buffer op uw rendement. Stel, uw totale vermogen is €100.000 waarvan u €30.000 aanhoudt op een beleggingsrekening. U belegt €20.000 en houdt €10.000 beschikbaar als buffer.
- Scenario 1: Uw belegging verdubbelt in waarde. Uw beleggingsrekening bestaat nu uit €50.000 waarvan €40.000 beleggingen en €10.000 cash.
- U behaalt dus een resultaat van +66,66%.
- Had u de €10.000 ook geïnvesteerd, dan had u als resultaat +100%.
- Scenario 2: De beurs crasht en uw belegging halveert in waarde. Uw beleggingsrekening bestaat nu uit €20.000 waarvan €10.000 beleggingen en €10.000 cash.
- U behaalt dus een resultaat van -33,33%.
- Had u de €10.000 ook geïnvesteerd, dan had u als resultaat -50%.
Het aanhouden van cash dient dus 2 zaken:
- Bufferen van uw resultaten, zowel bij winst als verlies.
- Flexibiliteit om te kunnen inspelen op koersdalingen.
Een tweede afweging die u dient te maken is hoeveel cash u hiervoor achter de hand wenst te houden.
3. Investeer een deel van uw vermogen in goud
In een eerder artikel werden edelmetalen kort toegelicht.
Goud is een monetair metaal. Dat wil zeggen dat het erkend wordt als geld. Dat is het al voor verschillende millennia. Recent werd dit nog eens duidelijk herbevestigd in de Bazel III maatregelen.
Bazel III is een internationaal overeengekomen pakket maatregelen voor bankentoezicht. Het zijn maatregelen die o.a. duidelijk maken wat banken wel en niet moeten of mogen doen. De maatregelen zijn ontwikkeld als reactie op de financiële crisis van 2007-2009 en hebben als doel de regelgeving, het toezicht en het risicobeheer van banken te versterken.
In dit pakket maatregelen werd goud als een ‘tier 1’ (klasse 1) investeringsklasse geïdentificeerd. Dat wil zeggen dat goud weinig risico draagt en banken goud mogen gebruiken als een reserve om de bedrijfsactiviteiten voor de klanten van de bank te financieren. We zien dan ook dat centrale banken elk jaar hun voorraden goud vergroten.
Vanuit een diversificatie standpunt zou fysiek goud bij elke belegger een deel moeten uitmaken van de portefeuille. Het helpt stabiliteit te brengen in het rendement van de portefeuille in perioden van onzekerheid wanneer andere activaklassen slecht presteren. Goud is historisch bekend als een ‘safe haven’, een veilige haven waar beleggers naar vluchten wanneer onzekere tijden aanbreken. Dit doen ze omdat goud op lange termijn zijn koopkracht behoudt. Met een ounce goud kocht u 100 jaar geleden een kostuum op maat. Vandaag is dat ook nog zo.
Daarnaast evolueert goudprijs evolueert op lange termijn mee met de mate van inflatie (= het vergroten van de geldhoeveelheid dat leidt tot hogere prijzen).
Kijk op de grafiek hieronder hoe de goudprijs reageert in periodes van verhoogde economische onzekerheid en/of inflatie. Enkele periodes met belangrijke gebeurtenissen werden aangeduid.
4. Investeer een deel van uw vermogen in obligaties
In een eerder artikel werden obligaties kort toegelicht.
Naast goud zijn ook obligaties een typisch veilige haven. Wanneer de beurzen het minder goed doen, worden aandelen verkocht en vlucht het grote geld naar goud of obligaties. Obligaties zijn minder volatiel dan aandelen en betalen een vaste interest, dat maakt hen interessant wanneer er onzekerheden zijn over het rendement van de aandelen.
Er bestaat veel verwarring over de impact van rente op de waarde van obligaties. Het is niet eenvoudig, maar toch een poging tot verduidelijking: Wanneer de vraag naar obligaties stijgt dan gaat de rente erop dalen. Dit is logisch want het kopen van een obligatie moet u zien als het uitgeven van een lening. Meer mensen die obligaties willen kopen = meer mensen die geld willen uitlenen. Omdat er dus meer aanbod is van geld om uit te lenen, zal de rente lager zijn.
Vergelijk dit met het kopen van een huis. Als er slechts één bank geld uitleent aan kopers van vastgoed, dan kan de bank op zichzelf bepalen welke rentevoet ze aanrekenen. Wanneer er meerdere banken geld willen uitlenen, kan u als lener gaan onderhandelen bij de verschillende banken en een betere (lagere) rente bekomen. Datzelfde principe geldt ook bij obligaties. Meer vraag naar obligaties leidt tot lagere rentes op de obligaties.
De meeste obligaties hebben een vaste rentevoet. Als de rente daalt heeft dit voornamelijk een impact op nieuwe obligaties die worden uitgegeven aan de nieuwe, lagere, rente. De bestaande, lopende, obligaties behouden hun hogere rentevoet. Stel, u heeft een obligatie dat een rente van 5% betaalt. Deze obligatie heeft een bepaalde waarde in de markt. Als de rente voor nieuwe obligaties daalt (bvb. Van 2% naar 1%), dan wordt uw obligatie nog meer waard in de markt. Eerst betaalde uw obligatie 3% meer interest dan de marktrente, met de renteverlaging betaalt uw obligatie al 4% meer dan de marktrente. De obligatie van 5% is interessanter geworden door de dalende marktrente en hierdoor stijgt zijn waarde.
Kort samengevat:
- Onzekerheid op de markten ⇒ vlucht van aandelen naar obligaties
- Stijgende vraag naar obligaties ⇒ dalende rentes
- Dalende rentes ⇒ Beter rendement bestaande obligaties (& hogere prijzen)
Er bestaan veel verschillende soorten obligaties. De US Treasuries bieden de meeste bescherming omdat zij ook als onderpand worden gebruikt in het financieel systeem. De treasury met looptijd van 10 jaar wordt het meest verhandeld. Hoe langer de looptijd, hoe sterker de beweging van de onderliggende waarde wanneer de rentes wijzigen.
In lange termijn treasuries kan belegd worden via ETF’s (Bvb. DTLA, IDTL, TLT). Kijk op de grafiek hieronder hoe hun koersen reageren in periodes van verhoogde onzekerheid. Enkele periodes met belangrijke gebeurtenissen werden aangeduid.
5. Speculeren op een dalende koers (shorten)
De eerste vier methoden om uw risico bij een crash te beperken zijn duidelijk defensieve maatregelen. Ze bieden een bepaalde diversificatie en/of bieden een defensieve buffer, elk op hun unieke manier.
Deze laatste methode, het speculeren op een daling, wordt vaak onwetend benoemd als gokken. Als u weet waarmee u bezig bent, is dat het allerminst.
Hiermee willen we meteen de nadruk leggen op een belangrijk item: Doe dit enkel als u weet wat u doet. Dit is niet geschikt voor beginners.
De meeste beleggers zijn long gepositioneerd op de beurs. Dat wil zeggen dat hun portefeuille stijgt in waarde wanneer de beurs stijgt. Omgekeerd geldt dan ook: wanneer de beurs daalt, daalt hun portefeuille.
Als een belegger een deel van zijn portefeuille short positioneert, kan hij ook winst maken bij een daling. Door zowel short én long te gaan, kan de belegger beperkt verlies (of zelfs winst) maken bij een dalende beurs.
Stel, u heeft een portefeuille van €100.000 en deze halveert (-50%)
- Wanneer u 100% long zit, zal u 50% verlies maken. U heeft nog €50.000 over van uw inleg.
- Wanneer u 70% long en 30% short zit:
- De €70.000 long wordt gereduceerd tot €35.000
- De €30.000 short groeit tot €45.000
- De portefeuille is in totaal nog €80.000 waard. Er is een verlies van ‘slechts’ 20%, tegenover het verlies op de beurs van 50%.
- Wanneer u 70% short en 30% long zit:
- De €30.000 long wordt gereduceerd tot €15.000
- De €70.000 short groeit tot €105.000
- De portefeuille is in totaal €120.000 waard. Er is een winst van 20%, tegenover het verlies op de beurs van 50%.
Speculeren op een daling kan op drie manieren:
- Aandelen shorten (Aandelen lenen om ze meteen te verkopen. Deze moeten dan later teruggekocht worden.)
- Kopen van put opties
- Verkopen van call opties
Let op: Bij het shorten van aandelen (nr. 1) en verkopen van call opties (nr 2.) is uw potentieel verlies niet gelimiteerd tot uw inleg. U kan dus meer verliezen dan wat u hebt geïnvesteerd. Nogmaals: Doe dit enkel als u weet wat u doet.
Shorten, ongeacht via welke methode, is geen eenvoudig topic en vereist voorkennis en een goed risicobeheer. Voorlopig gaan we er niet dieper op in. Weet dat dit een mogelijkheid is om uw neerwaarts risico te beperken, maar focus in eerste instantie op de eerste vier methoden.
Hoe pas ik het zelf toe?
Zelf combineer ik de verschillende methoden die in dit artikel werden besproken. Dit is een persoonlijke aanpak, deze is daarom niet noodzakelijk geschikt voor iemand anders. U zal hierover steeds uw eigen afwegingen moeten maken. We geven deze aanpak mee louter ter inspiratie en zodat u inzicht heeft in de gedachtegang erachter.
Hoeveel % van het vermogen op de beurs?
- Persoonlijk doel: tussen de 25% – 50%
- Afhankelijk van het sentiment:
- Bij onrustig sentiment is het doel 25%. Bvb. Vanaf januari 2020 of vanaf december 2021.
- Bij rustig/normaal sentiment is het doel 50%. Bvb. Vanaf februari 2019 of vanaf april 2020.
Sentiment is niet eenvoudig te meten. Dit is een subjectieve inschatting.
Hoeveel cash aanhouden op de beleggingsrekening?
- Persoonlijk doel tussen 0% – 40%
- Afhankelijk van prestatie beleggingen
- Wanneer een belegging x % is gestegen, wordt een deel verkocht zodat minstens de initiële investering van tafel wordt genomen.
- Zo wordt de cash buffer opgebouwd en is er nog altijd blootstelling voor een verdere stijging of dividend van het aandeel. En er kan ook geen verlies meer gemaakt op die positie. Win-win.
- Uitzonderlijk kan het % cash hoger. Zo werd alles in februari 2020 verkocht wegens extreme onduidelijkheid in de markt. Achteraf gezien was dat de juiste keuze, maar dat zal niet altijd zo goed uitpakken.
- % Cash op beleggingsrekening op moment van publiceren: 30%
Let op: Een cashpositie biedt enkel bescherming als u de positie hebt opgebouwd voor de crash. U moet dus op voorhand een bewuste keuze maken (opnieuw: subjectieve inschatting).
Hoeveel van het vermogen geïnvesteerd in goud?
- De meeste financiële experten of adviseurs beperken de blootstelling aan goud tussen 5%-10%.
- Persoonlijk doel: max 20% van het vermogen, meer dan wat courant wordt aangeraden omdat:
- het is een goede bescherming tegen 1) inflatie en 2) onzekerheid in het financiële systeem. Beide onderwerpen zijn de komende jaren een belangrijk item.
- ik geen vastgoed bezit. Een verhoogde goudpositie helpt om de negatieve impact van inflatie op mijn vermogen te beperken, wat vastgoed ook doet.
Let op: Zorg steeds voor een veilige opslag. Bij voorkeur bij een gespecialiseerd bedrijf. Er zijn handelaren die ook opslag aanbieden. Zorg ervoor dat dit steeds gealloceerd is. Dat wil zeggen: het goud is toegewezen aan u op naam.
Hoeveel van het vermogen geïnvesteerd in obligaties?
- Doel: 5% van vermogen geïnvesteerd in de ETF DTLA
Het doel van deze positie is niet om de interesten van obligatie te innen. Deze positie is een buffer bij onzekerheid. Wanneer de beurs crasht zal de vraag naar obligaties toenemen. Althans, dat leert de geschiedenis ons.
Speculeren op dalende koers (shorten)
- Doel: zo weinig mogelijk. Het vergt de nodige tijd en aandacht en brengt andere risico’s met zich mee.
- Momenteel:
- Tijdelijk enkele shorts op sterk overgewaardeerde bedrijven
- Tijdelijk enkele defensieve put opties op mijn grootste aandelenposities
De shortposities zijn samen kleiner dan 10% van de beleggingsportefeuille. Ze vangen voorlopig de daling in waarde van de long aandelen op.
Weet wel dat shorten op aandelen niet geschikt is voor beginners omdat het potentieel verlies in theorie oneindig kan zijn. Daarnaast is de mindset volledig anders dan bij long beleggen. Over shorten zullen wij later nog een deep dive doen. Nogmaals: Short enkel als u weet wat u doet.