Een bekende hypothese in de beurswereld is deze van de efficiënte markt. De efficiënte markthypothese stelt dat de markt niet kan worden verslagen omdat zij alle belangrijke informatie al heeft verwerkt in de huidige aandelenprijzen, zodat aandelen altijd tegen de juiste of correcte waarde worden verhandeld.
Deze hypothese gaat uit van verschillende aannames, zoals:
- Mensen handelen altijd uit eigenbelang
- Iedereen is risico-avers
- Iedereen maakt rationele beslissingen
- Iedereen heeft toegang tot dezelfde perfecte informatie
- Iedereen is in staat om dezelfde informatie op een objectieve manier te verwerken
Als bovenstaande allemaal klopt, dan zouden er nooit zeepbellen zijn ontstaan. Toch zijn er heel veel aanhangers van de efficiënte markthypothese. Er zijn ook veel tegenstanders. In het jaar 2013 waren er 3 Nobelprijswinnaars voor de economie. Eugene Fama kreeg de Nobelprijs door te bewijzen dat de markt efficiënt is. Robert Shiller daarentegen kreeg de Nobelprijs door te bewijzen dat markten net niet efficiënt zijn. Markten zijn blijkbaar efficiënt en niet efficiënt tegelijk! Volgt u nog?
Markten zijn doorgaans zeer efficiënt (alles wordt aan een juiste prijs gezet), maar af en toe zijn er inefficiënties in de markt die we niet kunnen verklaren door de gangbare modellen. Dit komt doordat beleggers niet altijd op een rationele manier investeringsbeslissingen maken.
Behavioral Finance
Sinds de jaren 70 is er een nieuwe stroming, behavioral finance, die probeert om de economische modellen beter te maken in het voorspellen van beslissingen die beleggers nemen. Hierbij wordt er rekening gehouden met de emoties van beleggers en de cognitieve fouten die ze maken. De fouten die we als mens maken zijn consistent dezelfde… en dus voorspelbaar. Door zelf deze fouten niet te maken, kunnen we een voordeel halen op de rest van de markt
De eerste publicatie over dit onderwerp kwam er in 1973 en was destijds zeer controversieel. Deze ging namelijk over de psychologie van de belegger en had volgens velen helemaal niets met economie te maken. De eerste publicatie (door Daniel Kahneman en Amos Tversky) verscheen zelfs niet in een economisch vakblad maar in Psychological Review, een tweemaandelijks peer-reviewed wetenschappelijk tijdschrift dat psychologische theorie behandelt.
Bij het bredere publiek is Daniel Kahneman beter gekend voor zijn bestseller ‘Thinking fast and slow’ (In het Nederlands: Ons feilbare denken). Het boek is een aanrader voor wie geïnteresseerd is in de werking van het menselijk brein. Het boek heeft geen economische of financiële focus en is zeer toegankelijk.
Sinds de eerste publicatie over behavioural finance hebben we intussen veel interessante inzichten ontdekt over de psychologie van de mens en hoe we denken we denken over geld. We beschrijven de belangrijkste van deze inzichten en welke impact ze kunnen hebben op uw financiën.
Winst vs. verlies ervaren
Kahneman en Tversky hebben verschillende experimenten uitgevoerd met verrassende uitkomsten!
Experiment 1
Eerst krijg je €1000 gegarandeerd. Daarna moet je een keuze maken:
- Optie 1: Je krijgt er nog eens €500 bovenop.
- Optie 2: Je hebt 50% kans om €1000 extra te krijgen en 50% kans om niets te winnen.
Resultaat: De meerderheid van de mensen kiest voor optie 1.
Experiment 2
Eerst krijg je €2000 gegarandeerd daarna moet je een keuze maken:
- Optie 1: Een gegarandeerd verlies van €500.
- Optie 2: Je hebt 50% kans om €1000 te verliezen en 50% kans om niets te verliezen.
Resultaat: De meerderheid voor optie 2 terwijl de uitkomst van beide experimenten volledig dezelfde is.
Wanneer we spreken over winst (test 1) zijn we risico-avers, we nemen het zekere voor het onzekere en kiezen voor de €1500. Wanneer we denken in termen van verlies (test 2) zoeken we meer risico op: we nemen bewust het risico om met €1000 over te blijven omdat we kost wat kost onze €2000 wensen te behouden.
We nemen dus meer risico als we over zaken denken in termen van verlies dan als we zouden denken in termen van winst. We willen absoluut geen verlies lijden, we zijn verlies avers. En paradoxaal genoeg gaan we net daardoor soms meer risico gaan opzoeken.
Het gevolg is dat we:
- Goede beleggingen te snel gaan verkopen want we willen zeker zijn van onze winst.
- Slechte beleggingen niet gaan verkopen want dan zijn we zeker van ons verlies.
Dit kan resulteren in beleggingsportefeuilles met zeer veel slechte beleggingen (die nooit verkocht worden) en amper goede beleggingen (want die worden te snel verkocht). Komt dit je bekend voor?
Foutief kansen inschatten
Een ander element dat duidelijk uit hun onderzoek naar boven kwam was dat mensen systematisch kansen verkeerd inschatten. Onderstaande figuur toont op de horizontale as de kans dat een bepaalde situatie zich kan voordoen (“stated probability”) . De verticale as geeft weer hoe wij die kansen zelf inschatten. (“Decision weight”)
Wat blijkt uit het onderzoek: mensen gaan consistent situaties met een kleine kans ofwel afronden naar 0 ofwel gaan we net die kleine kans heel sterk gaan overschatten (grafiek links onderaan).
Denk bijvoorbeeld aan:
- Het voorkomen van een vliegtuigcrash (“dat zal mij nooit overkomen” = afronden naar 0)
- Het winnen van de lotto (“deze keer zal ik winnen” = kans hoger schatten dan hij effectief is)
Dit tweede effect gebruikten verzekeraars in de jaren ‘70 en ‘80 om op luchthavens verzekeringen tegen vliegtuigcrashes te verkopen. Mensen overschatten de waarschijnlijkheid van een crash en sloten dus veel verzekeringen af. Goede tijden voor de verzekeraars, die toen misbruik maakten van dit gekende fenomeen.
Aan de andere kant gaan we grotere kansen dan weer consistent gaan onderschatten. Zo is bijvoorbeeld een auto ongeval een vrij courant fenomeen, maar toch denken veel mensen dat ze het nooit zullen meemaken. Gelukkig zijn veel ongevallen zonder ernstige schade…
We denken dus doorgaans dat we rationeel handelen op de beurs, maar omdat we consistent kansen verkeerd inschatten, maken we vaak de verkeerde beslissingen zonder het te beseffen.
Spijt
Naast verlies hebben we ook de neiging om spijt te willen vermijden. We willen niet de verkeerde keuze gemaakt hebben. We willen een goede run in aandelen niet missen, ook gekend als FOMO (Fear of missing out). Mensen proberen het spijtgevoel te vermijden, waardoor ze soms ook niets doen. Dat is ook niet altijd de optimale beslissing.
We vinden het ook minder erg om geld te verliezen op een gevestigde beurswaarde dan op een klein speculatief bedrijf. Bij een verlies van het klein speculatieve bedrijf zal je namelijk meer spijt hebben omdat je beslissing minder conventioneel was (“had ik maar niet in zo’n speculatief bedrijf geïnvesteerd”). Stel dat je investeert in Apple en het aandeel zakt 30%, dan is het zogezegd niet uw fout, maar de fout van Apple (“Wat doet die nu? Dat had niemand verwacht, kon je echt niet zien aankomen, …”).
Overmoed
We geloven graag dat we geen last hebben van overmoed, maar onderzoek heeft helaas anders uitgewezen. Mensen gaan doorgaans de precisie van hun geloof of voorspellingen gaan overschatten.
Dat geldt ook voor het inschatten van bepaalde capaciteiten. Zo vindt 90% van de chauffeurs zichzelf beter dan gemiddeld. Minstens 40% van de ondervraagde chauffeurs schat zichzelf al verkeerd in.
Dit is helaas (voor de auteur) een kenmerk dat vaker voorkomt bij mannen dan vrouwen. ,Een studie van Barber & Odean stelde vast dat mannen 45% meer handelen dan vrouwen door overmoed (overconfidence). Hierdoor halen mannen een lager rendement dan vrouwen.
Confirmation Bias
Een bias is een vooringenomenheid. Je hebt een bepaald idee vooraf al gevormd. Door de confirmation bias gaan we meer aandacht geven aan informatie of bewijzen die onze overtuiging bevestigen. Tegelijk minimaliseren of negeren we informatie die onze overtuiging tegenspreekt.
Informatie die onze overtuiging versterkt vinden we leuk, het doet ons goed voelen, terwijl nieuwe informatie die onze overtuiging tegenspreekt ons ongemakkelijk doet voelen. Het kan zeer oncomfortabel zijn en daarom vermijden we deze info liever.
Enkele voorbeelden:
- Wanneer je een wagen koopt of overweegt te kopen, ga je plotseling veel vaker deze wagen zien.
- Een irrationele voorkeur om aandelen te hebben van het bedrijf waarvoor je werkt.
- Een aandeel in ons bezit dat het slecht doet, negeren we liever dan het onder ogen te zien.
- Als een aandeel zakt, gaan we bijkopen zonder rekening te houden met nieuwe informatie
- 95% van de gesprekken op social media
Bandwagon bias
De bandwagon bias of het aanhangwagen effect verwijst naar de neiging van mensen om een bepaald gedrag, een bepaalde stijl of een bepaalde houding aan te nemen, gewoon omdat iedereen het doet, kuddegedrag dus!
Wanneer men spreekt over een bubbel gaat het over dit effect op grote schaal. Zo hadden we de dotcom bubble rond de eeuwwisseling: iedereen moest internetaandelen hebben, kost wat kost. Eind jaren ’80 hadden we een gelijkaardig fenomeen met Japanse aandelen. De tech bubble of crypto die nu aan het leeglopen zijn, zijn recentere voorbeelden.
Door mee te surfen op de golf van de massa kan je mooie winsten behalen. Het is echter moeilijk om er op tijd uit te stappen en nog moeilijker om de top te timen.
Anchoring
Ook gekend als het verankeringseffect. Bij dit effect gaan we de eerst beschikbare informatie (het anker) gaan beschouwen als belangrijke informatie terwijl deze irrelevant kan zijn.
Stel dat u een aandeel heeft dat het slecht doet. Wanneer verkoopt u het aandeel? Bij veel beleggers is het antwoord: wanneer het terug noteert aan de prijs waaraan ik het heb gekocht. Maar deze prijs, uw anker, is irrelevant voor de markt. Niemand, behalve u, ligt wakker van die prijs. Het belang van deze prijs bestaat enkel in het hoofd van de belegger en nergens anders. Er is zelfs geen enkele zekerheid dat het aandeel ooit nog terug zal stijgen naar die koers.
Representativiteit & voorspellingsfouten
We gaan consistent het belang van recente informatie gaan overschatten en maken hierdoor verkeerde keuzes.
Voorbeelden:
- Mensen gaan na een aardbeving veel sneller een verzekering afsluiten tegen nieuwe aardbevingen. Ook al was deze aardbeving de eerste in 200 jaar!
- Een bedrijf brengt positief nieuw naar buiten. Hierdoor worden de verwachtingen zeer positief en zal het aandeel hoger gaan. Het is goed mogelijk dat er fundamenteel nog altijd zeer negatieve elementen aanwezig zijn. Het recente nieuws zal primeren op eerder bekendgemaakte informatie.
Bij voorspellingen moet er ook altijd goed gekeken worden naar de representativiteit van steekproeven. Mensen houden geen rekening met de grootte van een steekproef waardoor ze gaan veronderstellen dat een kleine steekproef relevant is voor de populatie in zijn geheel. Zo worden niet-representatieve bevindingen onterecht meegenomen in de overwegingen
Conservatisme
Mensen zijn traag in het aanpassen van hun overtuigingen na het aanbrengen van nieuwe feiten.
Als je de confirmation bias heb overwonnen dan zal je nieuwe feiten tegenstrijdig aan uw overtuigingen onderzoeken. Wanneer je overtuigd bent van hun juistheid of relevantie zal het nog een tijd duren voor je deze nieuwe feiten gaat meenemen in uw eigen overtuigingen.
Voorbeelden:
- Turnaround verhalen bij aandelen. Een bedrijf dat het jaren slecht deed, heeft zichzelf eindelijk weer op de rails gezet en gaat een goede toekomst tegemoet. Het aandeel zal slechts heel traag keren en aan snelheid winnen omdat deze nieuwe informatie nog moet verwerkt worden door een grote groep beleggers. Velen pikken niet in op het goede nieuws, omdat ze het bedrijf al jarenlang kennen als een underperformer.
- Jarenlang werd gezegd dat de marktrente onmogelijk kon stijgen en wanneer dit wel zou gebeuren, dan zouden alle overheden zouden failliet gaan. Intussen staat de rente op het hoogste punt sinds 2011 (EU 10y: 2,15%). Toch zijn er zijn nog steeds economen en analisten die in hun waarderingsmodellen rekenen met negatieve of 0% rente.
Conclusie
Vanuit behavioral finance kwam naar voor dat investeerders vooral 2 soorten fouten maken:
- Investeerders kunnen niet altijd informatie juist verwerken en schatten daarom kansverdelingen en toekomstige rendementen verkeerd in.
- Wanneer ze wel de juiste inschatting maken, zullen investeerders toch inconsistente of suboptimale beslissingen maken.
We gaan emotionele beslissingen nemen bij:
- Complexe problemen die niet goed afgebakend zijn
- Onvolledige, niet duidelijke en veranderende informatie
- Slecht gedefinieerde, veranderende doelstellingen
- Stress (tijd, belang)
- Interactie met anderen
En bovenstaande kenmerken zijn natuurlijk allemaal van toepassing op de beurs!
Als beleggers moeten we beseffen dat we net omwille van onze menselijke aard fouten maken. Daarom moeten proberen om:
- Onze fouten te (h)erkennen
- De redenen van onze fouten begrijpen
- De fouten te vermijden
Wanneer we onze eigen psychologie en gedrag beter begrijpen zullen we minder fouten maken en zodoende betere beleggers worden. Naast beleggen kunnen deze inzichten je ook helpen bij veel andere aspecten in het leven.
Veel succes!
Geldvos