Investeren, waar en hoe begin ik daaraan?
Het aantal investeringsmogelijkheden is divers. Er zijn veel deeldomeinen die elk specifieke kennis vereisen. Zo is vastgoed volledig anders te benaderen dan crypto. Beiden zijn totaal verschillend aan beleggen op de beurs. Als beginner ben weet je al snel niet meer waar eerst te gaan kijken.
Zelfkennis
Het klinkt cliché, maar het eerste dat u moet onderzoeken is uzelf. Zelfkennis is naast het begin van alle wijsheid ook het vertrekpunt van een succesvolle investeerder. Denk hierbij aan volgende aan volgende vragen:
- Wat wil ik bereiken?
- Hoeveel risico wil ik nemen?
- Hoeveel geld ben ik bereid maximaal te verliezen?
- Hoeveel volatiliteit kan ik verdragen?
- Hoe goed kan ik mijn emoties in bedwang houden?
- Kan ik nog rationeel handelen als mijn emoties te sterk worden?
- Etc.
Stel: U bent een impulsieve koper die vaak spijt heeft van aankopen. Dan moet u ervoor zorgen dat er zo weinig mogelijk prikkels op uw pad komen die u aanzetten tot dingen aan te kopen. Minder prikkels ==> Minder aankopen.
- Zorg dat er geen beurs- of crypto applicatie op uw smartphone geïnstalleerd is.
- Houdt geen overtollig cash aan beurs- of crypto rekeningen die u snel kan gebruiken om te handelen.
- Deactiveer alle meldingen op uw GSM die verwijzen naar applicaties waarop u zaken kan kopen.
- Uitschrijven voor alle reclame mails die u willen overtuigen van één of andere actie.
- Schrijf steeds een stuk van uw inkomsten over naar uw spaarrekening zodat het niet meer beschikbaar is op uw zichtrekening.
- Zoek een ‘buddy’. Dit is iemand die u en uw werkpunt(en) kent waarmee u bijvoorbeeld eerst een aankoop gaat bespreken voor u effectief tot aankopen overgaat.
Zelfkennis is een must. Hoe u omgaat met uw investeringen moet in lijn liggen met hoe u in het leven staat. Het mag nooit gebeuren dat u wakker ligt van een investering. Als dat gebeurt, heeft u ofwel te weinig begrip van de investering of heeft u er te veel kapitaal aan toegewezen. Dit soort zaken wensen we te vermijden. Voor de gemoedsrust enerzijds. Maar ook om uw investeringsplan consistent op de lange termijn te kunnen volhouden.
Maak een overzicht van uw sterktes en werkpunten. Wees hierin eerlijk tegenover uzelf. Deze elementen kan u daarna als kapstok gebruiken bij het opstellen van uw investeringsplan.
Investeringsmogelijkheden
Voor we een investeringsplan opstellen moeten we eerst begrijpen wat de verschillende mogelijkheden zijn. Hieronder staan de meest courant gebruikte investeringsklassen.
- Introductie tot de beurs
- Introductie tot obligaties
- Introductie tot edelmetalen
- Introductie tot crypto
- Introductie tot vastgoed
- Introductie tot private aandelen
- Alternatieve investeringen
Naast bovenstaande klassen is het ook verstandig om een deel van uw geld aan te houden in een ‘noodfonds’. Dit is een ‘potje geld” voor pechsituaties (Bvb. Auto vernield, werk verloren, hoge medische kosten, enz.). Hoe groot dit moet zijn is afhankelijk van uw persoonlijke voorkeur. Zelf rekenen we minstens op voldoende reserve om 6 maand te kunnen overbruggen.
Elke investeringsklasse heeft zijn voor- en nadelen. Het is daarom aangewezen om uw kapitaal te spreiden overheen de klassen. We willen niet alle eieren in één mand leggen. Een goede spreiding is belangrijk om uw risico te beperken. Dit is de enige manier om consistent, op lange termijn, rendement te halen.
De klassieke investeringstheorie raadde steeds een combinatie van aandelen en obligaties aan. Vaak werd gezegd: uw leeftijd is het percentage dat u moet investeren in obligaties. Voor een 60-jarige zou dit neerkomen op 60% obligaties en 40% aandelen. Het uitgangspunt is dat obligaties veiliger (minder volatiel) zijn dan aandelen en naarmate u ouder wordt, u minder risico wil nemen met uw kapitaal. De theorie heeft decennia goed stand gehouden. Nu de interestvoeten echter rond of onder 0% schommelen zijn obligaties minder interessant geworden.
Welke spreiding voor u ideaal is, hangt opnieuw af van uw persoonlijke voorkeuren.
Afhankelijk van aan wie u het vraagt, krijgt u zeer uiteenlopende antwoorden.
- Iemand die schrik heeft van volatiliteit, investeert best geen te groot deel van z’n kapitaal in crypto of in de beurs.
- Een ondernemer zal vaak een groter deel in private aandelen (zijn bedrijf) hebben.
- Iemand die snel wil kunnen kopen en verkopen, heeft best niet veel vastgoed.
- …
Er is geen one size fits all.
Een voorbeeld van hoe een verdeling er kan uitzien:
- Beurs – Max 20%
- Crypto – Max 10%
- Private aandelen – Max 20%
- Edelmetalen – Max 20%
- Cash (liquide middelen) – Max 20%
- Obligaties – Max 10%
In deze verdeling is max 30% toegewezen aan de meest bewegelijke investeringsklassen (beurs en crypto). Tegelijk is de eigenaar deels beschermd tegen inflatie (edelmetalen en aandelen) en tegen deflatie (cash en obligaties). Stel dat er zich een beurscrash voordoet, dan zijn er liquide middelen beschikbaar om te kunnen kopen op de beurs aan lagere prijzen. De private aandelen, obligaties, investeringen via beurs en crypto kunnen een dividend / rente uitkeren dat telt als passief inkomen.
Maak voor uzelf eens het overzicht van uw kapitaal verdeeld over alle investeringsklassen. Dit maakt duidelijk waar u op vandaag staat en mogelijke risico’s loopt.
- Stel u heeft 100% van uw kapitaal op de bank staan (liquide middelen), dan bent u helemaal niet beschermd tegen prijsstijgingen en zal uw geld ook geen rendement behalen.
- Stel u heeft 100% van uw kapitaal geïnvesteerd op de beurs, dan heeft u wel een kans om rendement te behalen maar neemt u te veel risico. Eén slecht jaar zou de winsten uit de 10 vorige jaren teniet kunnen doen.
Indien u een huis aan het afbetalen bent, mag u niet de waarde van het volledige huis rekenen als onderdeel van uw vermogen. Correcter is om te rekenen volgens het aandeel van het huis dat u effectief al heeft afbetaald. Bijvoorbeeld;
Stel u kocht een huis voor €400.000, maar op vandaag is de marktwaarde €450.000. Je deed een initiële betaling van €150.000 en heb €250.000 geleend voor de aankoop. Je hebt intussen al €125.000 van de lening afgelost (50%). In totaal heb je al 68,75% van je aankoop betaald. Je kan dat percentage toepassen op de huidige marktwaarde: 68,75% * €450.000 = €309.375. Je woont dus in een huis met marktwaarde van €450.000, maar je mag maar €309.375 ervan rekenenen bij uw totale vermogen.
Investeringsplan
De volgende stap is het maken van een investeringsplan. Dit kan heel beknopt of uitgebreid zijn. Het belangrijkste is dat u een plan maakt waarbij u zich goed voelt en dat u kan blijven volhouden. De KISS-regel is hier van toepassing: Keep It Simple, Stupid. Wanneer u het eenvoudig houdt, zal u het plan makkelijker kunnen blijven volgen.
Volgende zaken kunnen onderdeel vormen van een investeringsplan
- Financiële doelen
- Hoeveel kan ik maandelijks sparen?
- Hoeveel van mijn spaargeld wil ik gebruiken om te investeren?
- Aan welk type investeringen ga ik kapitaal toewijzen (spreiding)?
- Hoe ga ik mijn geld op de beurs beleggen?
- Op welke termijn wil ik investeren?
- Wil ik een noodfonds aanleggen en hoeveel steek ik daar in?
Zorg dat uw doelen haalbaar zijn. Wilt u met pensioen gaan aan de leeftijd van 55 jaar? Maak dan de berekening hoeveel geld u nodig heeft om de rest van uw leven rond te komen. Hou hierbij rekening dat u minstens twaalf jaar geen pensioen gaat opbouwen. Is het benodigde bedrag veel hoger dan u verwacht had? Goed, dan weet u het beter nu al en kan er geanticipeerd worden. U kan uw doelen bijstellen of zorgen dat er meer inkomsten / minder uitgaven zijn.
Bouw zeker een foutenmarge in. Life happens, niets loopt volgens plan. Het is ook niet erg om de plannen bij te sturen. Het belangrijkste is dat uw plannen realistisch zijn, rekening houdende met uw huidige situatie. Niets is minder motiverend dan onhaalbare doelstellingen.
Voorbeeld van hoe een basis financieel plan er kan uitzien
Financiële doelen
- Maandelijks 30% van inkomen opzij zetten
- Met pensioen gaan op 60 jaar. Hoeveel geld heb ik hiervoor nodig?
- Stel dat we in pensioen €2500 per maand nodig hebben. Dat is €30.000 per jaar.
- We gaan ervan uit dat we 90 jaar oud worden. Dus hebben we 30 * 30.000 = €900.000 nodig, zonder rekening te houden met pensioeninkomsten.
- Reken altijd met een veiligheidsmarge. In dit voorbeeld houden we geen rekening met pensioeninkomsten. Als deze lager zouden uitvallen dan verwacht, komen we niet voor verassingen te staan.
Verdeling kapitaal over activaklassen
- Doelstelling:
- Cash (liquide middelen): 25%
- Vastgoed: 25%
- Beurs: 25%
- Edelmetalen: 25%
- Halfjaarlijks bij te sturen wanneer één categorie groter is geworden dan 35%.
Besteding van de inkomsten
- Maandelijks een bijdrage storten aan de beursrekening
- Jaarlijks een aankoop van edelmetalen uitvoeren
- Ad hoc bijdrage aan crypto of obligaties wanneer hoeveelheid liquide middelen te groot wordt (bvb. Vanaf liquide middelen > 35% van totale kapitaal).
Grootte noodfonds
- Fonds dat minimaal één jaar aan levenskosten kan betalen.
Hoe beleggen op de beurs
- 75% via breed gediversifieerde ETF’s
- 25% via individuele aandelen
Tot slot
Geen enkel type investering is vrij van risico. Dat is de spaarrekening trouwens ook niet. Wil men extra rendement halen dan moet er risico genomen worden. Risico kan beperkt worden door een overwogen spreiding van uw kapitaal overheen de verschillende investeringsklassen. Dit is één van de belangrijkste overwegingen in uw investeringsplan.
Wat vindt u belangrijk? Hoeveel risico wenst u maximaal te lopen? Hoeveel tijd wenst u te spenderen aan uw financiën? Ontdek wat voor uzelf belangrijk is en zorg dat het verwerkt zit in uw investeringsplan.
Van zodra u van start bent gegaan, moet u af en toe nog eens evalueren: voelt dit nog steeds goed? Slaag ik erin om (snel genoeg) kapitaal op te bouwen? Haal ik het gemiddelde rendement van de beurs?
Het is normaal om plannen bij te sturen. Realiteit loopt vaak niet als gepland en onze voorkeuren kunnen veranderen. Durf dit dan ook te verwerken in een aangepast plan.