Vorig jaar hebben we kort stilgestaan bij de uraniumsector in onze reeks over de energiecrisis. Vandaag lanceren we een nieuwe reeks artikelen dat zich specifiek focust op uranium. In deze blogreeks gaan we dieper in op de investeringscase van uranium. We zullen ook kijken naar hoe je in uranium kan investeren en hoe we het zelf aanpakken. Na het lezen van deze reeks zal je meer inzicht hebben in de sector en weet je hoe je erop kan inspelen.
Deze reeks bestaat uit drie delen:
- Uranium deel 1: De investeringscase
- Uranium deel 2: Hoe beleggen in de sector
- Uranium deel 3: Onze eigen uranium ETF
De investeringscase
Ons vertrekpunt is de stijgende globale vraag naar energie. Deze blijft stijgen om twee redenen:
- De wereldbevolking blijft groeien.
- Grote bevolkingsgroepen zijn zich aan het opwerken vanuit de armoede naar de middenklasse. Dit gaat gepaard met een hogere levensstandaard en dus meer energieverbruik. Dit werd eerder in meer detail besproken in dit artikel.

De bulk van onze globale energie komt vandaag van steenkool, olie en gas. Dat zijn allemaal fossiele brandstoffen en die willen we niet langer gebruiken. Enerzijds is het argument van de opwarming van de aarde: verbranden van fossiele brandstoffen genereert uitstoot en hierdoor warmt de aarde sneller op. Anderzijds is het argument van de beschikbaarheid: fossiele brandstoffen zijn eindig. Op een gegeven moment zullen er geen meer zijn. Hoe dan ook moeten we zoeken naar alternatieven.
Ik hoor je al denken: Bij kernenergie hebben we toch ook grondstoffen nodig? Klopt! Het grote verschil is de densiteit van de energie in uranium: een kleine hoeveelheid uranium bevat een veelvoud aan energie dan dezelfde hoeveelheid in olie, gas of steenkool. We hebben er dus niet zoveel nodig.

Daarnaast worden er technieken onderzocht die het mogelijk maken om kernafval te hergebruiken. Op termijn kan dit de afvalproblematiek tegengaan en ervoor zorgen dat we minder afhankelijk zijn van grondstoffen uit het buitenland. Zover staan we helaas nog niet, maar de vooruitgang in deze onderzoeksdomeinen zijn veelbelovend.
Wanneer de regeringen sterker gaan inzetten op het beperken van CO² emissies, zal dit werken als een rugwind voor de nucleaire sector. Er wordt CO² geproduceerd bij de bouw van een kerncentrale en in beperkte mate bij het ontginnen het uranium, maar niet tijdens de operationele levensduur van de centrale. Als deze emissies moeten gecompenseerd worden door het aankopen van CO² certificaten (carbon credits), wat er vermoedelijk zit aan te komen, dan hebben landen en nutsbedrijven met een grote nucleaire capaciteit een competitief voordeel (lagere kosten). Zo zien we in onderstaand voorbeeld dat Frankrijk dankzij zijn grote nucleaire vloot en relatief klein percentage hernieuwbare energie het veel beter doet dan Duitsland wat betreft uitstoot. Aan wat geef je de voorkeur?


Maar hoe zit het dan met wind- en zonne-energie, hoor ik je vragen? Hoewel het waar is dat we die ook nodig hebben, kunnen we het niet met dat alleen. Wind- en zonne-energie kan namelijk helemaal niet tippen aan de hoeveelheid energie die een kerncentrale kan produceren. Je hebt 3 miljoen zonnepanelen of 2.000 tot 5.000 windturbines nodig om dezelfde hoeveelheid energie te produceren als een typische commerciële kernreactor. In België hebben we onvoldoende geschikte plaatsen om windmolens te plaatsen om zelfs maar de helft van onze kerncentrales te vervangen. Daarnaast werkt een kernreactor ook als de zon niet schijnt en wanneer de wind niet waait.
Maar hoe zit het met het gevaar van een meltdown? Doorheen de tijd zijn er verschillende rampen geweest. Tsjernobyl had een slecht ontworpen reactor en onvoldoende geschoold personeel, Three Mile Island werd bemand door ongeschoold personeel en Fukushima werd getroffen door één van de zwaarste aardbevingen ooit en kreeg er een tsunami bovenop. Na elke ramp werden veiligheidsmaatregelen aangescherpt en werden bestaande centrales aan stress tests onderworpen om na te gaan of de centrale in alle omstandigheden veilig is. De sector is (terecht) streng gereglementeerd en hierdoor is het aantal slachtoffers dan ook laag. Al doet de publieke opinie ons iets anders vermoeden.

We vergelijken het vaak met de luchtvaartindustrie. Door strenge controles, focus op veiligheid en technologische verbeteringen slagen we erin om jaar na jaar het aantal slachtoffers lager te brengen. Veel mensen durven niet vliegen uit angst voor een crash, maar in realiteit zijn vliegtuigcrashes zeldzaam..

Een positieve trend dankzij technologische vooruitgang. Het risico verdwijnt natuurlijk nooit volledig. Dat zien we nu duidelijk door de gevechten rond de kerncentrale in Oekraïne. Dit is meteen het grootste risico van de investeringscase. Mocht een nucleaire ramp zich voordoen, zal dit het sentiment rond kernenergie ernstig schaden.
Op vandaag is dit duidelijk niet zo. De laatste jaren is er een duidelijke positieve evolutie in de manier waarop er over kernenergie wordt gesproken en hoe het wordt opgenomen in het energiebeleid van verschillende landen, ook van zij die eerst een negatieve houding hadden tegenover kernenergie:
- België houdt kerncentrales langer open
- België wil ook oudste kerncentrales langer openhouden
- Duitsland verlengt levensduur van kerncentrales
- Japan gaat 15 kernreactoren weer in dienst nemen. 2 in constructie.
- Zuid-Korea wil kernenergie doen groeien tot 33% van haar energievoorziening
- Kernenergie wordt door EU beschouwd als groene investering
- Chinese ambitie om 150 kernreactoren te bouwen in komende 15 jaar
- To be continued …
En hoewel bovenstaande allemaal zeer positief is, gaat dit alleen nog maar over de vraagzijde naar kernenergie (en dus uranium). Als we ook naar de aanbodzijde kijken, zien we dat er een duidelijke mismatch is tussen beiden. Op vandaag verbruiken we meer uranium dan er wordt geproduceerd. Afhankelijk van de bron wordt er op vandaag tussen de 155 en 180 miljoen pond (1 pond=0,45359 kg) geproduceerd per jaar. Daarnaast verbruiken we jaarlijks 200 à 225 miljoen pond. Er is dus een jaarlijks tekort van 20 tot 70 miljoen pond, afhankelijk van de bron.
Deze getallen is een weergave van de situatie op vandaag. Dit houdt geen rekening met de stijgende vraag, zoals de artikelen hierboven aangegeven, en een dalend of een beperkt stijgend aanbod. Zo kondigde Kazatomprom, ‘s werelds grootste uraniumproducent, eind januari aan dat de productie van het laatste kwartaal lager uitviel dan verwacht. Daarnaast verwachten ze dat deze lagere productie zich zal doorzetten in 2023 en 2024. Het gaat om en bij 3% van de globale productie dat verdwijnt.
Jarenlang was er een grote voorraad uranium beschikbaar op de markt. Voornamelijk omdat Japan na Fukushima (2011) had beslist om haar uraniumvoorraden te dumpen op de markt. Hierdoor kelderden de uraniumprijzen. Door de lage prijzen zijn er in de loop van het voorbije decennium veel mijnen gesloten omdat het niet meer rendabel was om ze open te houden. Waarom zou je uranium produceren aan een kostprijs van $40 als je het maar kan verkopen aan $20? Samen met de uraniumprijzen kelderden de koersen van de bedrijven die actief waren in de sector.

Veel bedrijven die niet rendabel waren aan de lagere prijzen gingen failliet over werden overgenomen door een grotere speler die een gezondere balans had. Door de mijnsluitingen in deze periode werd het aanbod structureel verminderd.
In de loop van de jaren zijn er bedrijven ontstaan die het groeiende onevenwicht tussen vraag en aanbod zagen en hierop willen inspelen: ze kopen de beschikbare bovengrondse uraniumvoorraden op de markt aan de huidige, lage, prijzen vanuit de assumptie dat de prijzen vroeg of laat moeten stijgen. Deze speculatie vanuit de financiële wereld zorgt voor een grotere vraag naar uranium.
Uranium kan niet zomaar uit de grond worden gehaald en meteen als brandstof worden gebruikt zoals bij aardgas wel het geval is. Uranium moet eerst worden verwerkt en verrijkt. De hele duurtijd van dit proces kan tot 2 jaar kan duren. Daarom wordt uranium door nutsbedrijven lang op voorhand gecontracteerd zodat zij zekerheid hebben op hun bevoorrading. Deze contracten lopen onder normale omstandigheden ongeveer 10 jaar.
De laatste contractcyclus (=het moment waarop veel contracten worden afgesloten) vond plaats tussen 2010 en 2011, ondertussen al 12 jaar geleden. De langlopende contracten van de vorige cyclus komen dus op hun eind. Binnenkort moeten er nieuwe contracten afgesloten worden en nu het aanbod beperkt is, zal er een betere prijs voor de mijnbedrijven worden overeengekomen. Uranium is maar klein deel van de totale kosten om een kerncentrale draaiende te houden (3% tot 5%). Daarom zullen nutsbedrijven liever een hogere prijs betalen om zeker te zijn dat ze uranium beschikbaar hebben. Het vooruitzicht dat ze geen uranium hebben en hun dure centrales moeten stilleggen is voor hen een dramatischer vooruitzicht.
Alles samen beschouwd zijn dit veel positieve evoluties in een sector die een zeer moeilijk decennium achter de rug heeft. Behoudens een grote ramp is het een kwestie van tijd voor de prijs van uranium verder zal stijgen (op vandaag $50,50 per pond). Veel uranium projecten waarvan we weten dat het uranium in de grond aanwezig is, maar waar er nog geen mijn werd gebouwd, worden pas rendabel wanneer de uraniumprijs hoger is dan $60-$70. Dat is op basis van studies die werden uitgevoerd voor de grote prijsstijgingen van 2020-2022. We mogen dit gerust hoger inschatten. Dat wil zeggen dat de uraniumprijs zeker 40% moet stijgen voordat de financiering en constructie van nieuwe mijnprojecten wordt goedgekeurd. In de vorige bull market van uranium ging de prijs maal 7 of +600! Of het opnieuw zo’n vaart zal lopen, zal nog moeten blijken. Zelfs al evolueert het maar een fractie ervan dan zijn wij ook al tevreden.

We zien deze investeringsthesis zich uitspelen op een langere termijn, misschien zelfs op meerdere decennia. De opbouw van zowel kerncentrales als mijnbouwprojecten duurt heel lang (10+ jaar). Het aanbod kan niet zomaar worden uitgebreid. Nieuw aanbod zal slechts geleidelijk worden toegevoegd aan de markt. Het snelste “nieuwe” aanbod zal komen van bestaande mijnen die in de vorige berenmarkt werden gesloten. Onderschat de uitdagingen bij dit proces niet! Bedrijven met zo’n mijn geven aan dat dit handenvol geld zal kosten en dat het heropstartproces meerdere jaren kan duren. Dan gaan ze nog uit van een best case scenario’s zonder operationele tegenslagen (bvb. vertragingen, instortingen, hogere kosten, geen geschikt personeel vinden, etc.). We hebben een sterk vermoeden dat het onevenwicht in de sector niet meteen weggewerkt zal worden!
Dit was het eerste artikel uit een reeks van drie over beleggen in uranium. Binnenkort komen we met twee vervolgartikelen waarin we dieper ingaan op:
Wie ondertussen geen genoeg kan krijgen van de uranium sector en haar opportuniteiten kunnen we volgende 2 afleveringen van de MacroVoices podcast aanraden (Engelstalig):
- MacroVoices #355 Mark Nelson: Understanding all things nuclear – Interview met een nucleair ingenieur Mark Nelson. Het is een zeer breed gesprek over de huidige staat van de nucleaire sector, de pro’s en contra’s, de perceptieproblemen, de echte problemen en beloftevolle toekomstige technologieën in de sector.
- MacroVoices #356 Justin Huhn: Investing in all things nuclear – Interview met Justin Huhn, auteur van beleggingsblad Uranium Insider, over alle mogelijke manieren hoe je kan beleggen in de uranium sector. De nieuwsbrief van Uranium Insider gaat zeer diep in detail en wordt vaak getipt als het beste beleggingsmagazine in deze niche sector. Ook op Twitter kan je hem volgen om meer kennis over de sector op te doen.